Onder het begrip ‘circulaire economie’ komen verschillende visies samen op de toekomst van onze economie. Kernelement is steeds het sluiten van kringlopen. Afval moet zijn weg terugvinden in de productieketen en weer grondstof worden. In oktober 2014 publiceerde Bureau de Helling, het wetenschappelijk bureau van GroenLinks, een boekje over dit onderwerp. Daarin geeft Socrates Schouten, oud-medewerker van het bureau, een informatief overzicht van verschillende benaderingen voor een circulaire economie en het debat daarover.
Michiel van der Velden
Circulaire economie
Het boekje schetst de circulaire economie als “een bijzondere kans om de economie te verbinden met kernwaarden die er nu juist van op afstand zijn geraakt, zoals democratisering, participatie, gelijke toegang en onderlinge verstandhouding.” Een circulaire economie gaat samen met kortere lijnen en sterkere banden tussen producenten en consumenten, waarbij het onderscheid tussen die twee vervaagt (‘prosumenten’).
Een circulaire economie vraagt om innovatie van productieprocessen, grondstoffenwinning, afvalpreventie, hergebruik en recycling. Met nieuwe bedrijfsmodellen, bewustwording van consumenten en een nieuwe visie op onze economie en samenleving. Daarbij worden twee modellen onderscheiden.
Verantwoorde overvloed
In het ‘modernistische’ model is de circulaire economie een middel om een hoge mate van consumptie verantwoord in stand te houden. “‘Overvloed’ is hier dus een kernwoord en de circulaire economie is een vooruitgangsideaal, waarbij wordt vertrouwd op technologie, nieuwe businessmodellen en maatschappelijk bewustzijn.”
De consumptie wordt wel minder ‘materieel’ en meer gericht op dienstverlening, onder meer met innovatieve leaseconstructies. Het gaat minder om het persoonlijk bezit van spullen en meer om de gemeenschappelijke beschikbaarheid en het gebruik daarvan. (‘Delen is het nieuwe hebben.’)
Structurele verandering
Het andere, ‘ingetogen’ model wantrouwt de mogelijkheid om met technologie en innovatie een ecologische verantwoorde ‘overvloed’ te creëren. De nadruk ligt hier op vermindering van consumptie in het algemeen (‘consuminderen’). De circulaire economie is hier onderdeel van meer structurele veranderingen van de maatschappij.
De verschillende benaderingen die aan de orde komen, doen denken aan de al langer levende discussie over stromingen in de duurzaamheidsbeweging. Een modernere stroming, die meer vertrouwt op technologische innovatie en nieuwe verdienmodellen en waarvoor duurzaamheid vooral ook leuk en hip moet zijn. En de klassiekere milieubeweging, die meer inzet op gedragsverandering, consumptiematiging en wettelijke maatregelen.
Brede politieke opgave
De uitdagingen waar de economische crisis, klimaatverandering en sociale ongelijkheid ons voor plaatsen, zijn zo groot dat we ze alleen kunnen trotseren door het beste van beide stromingen te combineren. GroenLinks is daar dé partij voor en het is dan ook goed dat deze thema’s rond het onderwerp circulaire economie weer sterk op de agenda staan.
De opgave is er zeker niet alleen voor de landelijke politiek; lokale politiek krijgt een grotere rol. De schaal van een circulaire economie wordt meer lokaal, waarbij steden een belangrijke rol spelen, omdat “steden een duizelingwekkende concentratie van goederen, energie, geld, mensen en voedsel kennen. Steden bulken dus van het kapitaal; ‘slimme steden’ beogen al die mogelijkheden en bronnen zo goed en geraffineerd mogelijk te meten, koppelen en exploiteren.”
Bio-based extraatje
Bij bestelling van De circulaire economie ontvang je tevens de eerdere publicatie De bio-based economy van Bas Eickhout en Socrates Schouten. Een ‘bio-based economie’ is gebaseerd op hernieuwbare grondstoffen en duurzame energie in plaats van het uitputten van natuurlijke hulpbronnen en fossiele brandstoffen. Dat sluit uiteraard goed aan bij een circulaire economie.
Meer informatie