Krijgen Bosschenaren straks nog wel huishoudelijk hulp als de kabinetsplannen doorgaan? En wat betekenen die voor de mensen die nu in die sector werken. Antoon van Rosmalen en Ufuk Kâhya vroegen het aan het College van B & W. Die deelt de zorg van de GroenLinksraadsleden. Als de verregaande bezuinigingsvoorstellen van het kabinet doorgaan krijgt Den Bosch 8,5 miljoen euro minder. En dan loopt de hulp aan 3758 mensen én het werk van 612 huishoudelijke hulpen gevaar.
In uw brief van 16 november 2012 stelt u raadsvragen ex artikel 39 Reglement van Orde de heer Kahya en van Rosmalen (Groen Links) over de gevolgen van het regeerakkoord voor de zorg aan Bosschenaren.
Op deze vragen kunnen wij u het volgende antwoorden:
Vraag 1: Kunt u aangeven wat de gevolgen zijn voor de inwoners van onze gemeente van de aangekondigde beleidswijzigingen op het gebied van huishoudelijke zorg (75% korting), decentralisatie begeleiding en persoonlijke verzorging (met 25% korting), decentralisatie en halvering van het budget voor tegemoetkomingen chronisch zieken en gehandicapten,decentralisatie jeugdzorg (met korting van 15%) en geestelijke gezondheidszorg?
Antwoord: Belangrijk om aan te geven is, dat de aangekondigde maatregelen nog bij begrotingsbehandeling en wet moeten worden vastgesteld door de Tweede Kamer. Bijgevoegd is een concept brief van de G32 gericht aan de Tweede Kamer. Hierbij wordt door ons aangegeven dat we de voorgenomen decentralisatie van maatschappelijke zorgtaken naar de gemeente als een principieel juiste lijn zien, bedoeld om met beter maatwerk voor de burgers de stijgende kosten te beperken. De bovenmatige bezuinigingen waarmee dit gepaard gaat zal echter het beroep op de zwaardere - en duurdere – (intramurale)zorg enorm doen toenemen. De maatregelen genoemd in het Regeerakkoord schieten daarmee hun doel voorbij en dreigen daardoor in onze ogen tot een onwerkbare situatie te leiden. Wij roepen de Tweede Kamer dan ook op om bij de begrotingsbehandeling in december oog te hebben voor het geheel van de zorg – omdat goede maatschappelijke zorg leidt tot kostenbeheersing in de totale zorg.
Concreet zullen inwoners van onze gemeente gaan merken dat zorg en ondersteuning die tot nu toe vanzelfsprekend waren (in de AWBZ, Wmo en de jeugdzorg) in de toekomst minder vanzelfsprekend zullen zijn. Op basis van ‘kantelingsgesprekken’ in de eerste lijn (bijvoorbeeld uitgevoerd door professionals in wijkteams) zal worden bepaald wie onder welke omstandigheden voor welke vormen van zorg en ondersteuning in aanmerking komt en in welke mate. In de toekomst zullen inwoners - veel meer dan nu het geval is - een beroep moeten doen op hun eigen netwerk. Dit naast goedkopere algemene voorzieningen in de eerste lijn in wijken en buurten. Alleen in die situaties waarin dit onvoldoende soelaas biedt, zal nog een duurdere gespecialiseerde individuele maatwerkoplossing in de tweede lijn overblijven. Deze zal bovendien door de financiële maatregelen van het rijk naar verwachting beperkter zijn in omvang (uren) en keuzemogelijkheden.
Vraag 2: Kan het college aangeven hoeveel personen in de gemeente een indicatie hebben voor huishoudelijke zorg?
Antwoord: Op dit moment hebben 3758 personen binnen onze gemeente een indicatie voor huishoudelijke hulp. 2833 personen ontvangen huishoudelijke hulp van een door de gemeente gecontracteerde thuiszorgaanbieder (IVT, Vivent-Pantein, VDA-groep). 925 personen kiezen voor uitbetaling van een persoonsgebonden budget hulp bij het huishouden en regelen de hulp zelf. Klanten betalen een inkomensafhankelijke eigen bijdrage voor de huishoudelijke hulp.
Vraag 3: Hoeveel van deze personen hebben een inkomen onder het sociaal minimum? Hoe gaat u ervoor zorgen dat deze mensen huishoudelijke zorg blijven krijgen?
Antwoord: 55% van bovengenoemde personen heeft een laag (sociaal minimum) inkomen.
Om deze 55% lage inkomens te bedienen, is rekening houdend met de plannen in het regeerakkoord, slechts 25% budget beschikbaar. Voor ’s-Hertogenbosch betekent dat vanaf 2015 een korting van liefst 8,5 miljoen op jaarbasis. Een dergelijke maatregel maakt dat de omvang van huishoudelijke hulp (in uren) voor mensen met een laag inkomen minder zal moeten worden. Er zal een groter (verplichtend) beroep op het sociaal netwerk van een klant moeten worden gedaan.
.
Vraag 4: Is u bekend hoeveel personen in de gemeente werkzaam zijn in de huishoudelijke zorg en op welk niveau?
Antwoord: Bij de gecontracteerde thuiszorgaanbieders IVT, Vivent-Pantein en VDA-groep zijn in
totaal circa 612 huishoudelijke hulpen voor de gemeente ’s-Hertogenbosch werkzaam. Het gaat hierbij veelal om laag geschoolde parttime (maximaal 19 uur per week) banen. Doordat de gemeente een ordentelijk tarief betaalt, zijn alle medewerkers in (cao) loondienst bij de thuiszorgorganisaties werkzaam (loonschaal FWG 10 en FWG 15).
Vraag 5: Op welke wijze kunt en wilt u er zorg voor dragen dat deze werknemers hun werk behouden?
Antwoord: Veel zal afhangen van de definitieve besluitvorming door de Tweede Kamer. Uiteraard is
het onze intentie om thuiszorgaanbieders te bewegen, werknemers in de huishoudelijke zorg hun werk te laten behouden. Te meer ook omdat het (laag geschoolde) lokale werkgelegenheid betreft. We denken samen met cliëntorganisaties actief mee met de thuiszorgaanbieders over creatieve oplossingen.
Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Hoogachtend,
Burgemeester en wethouders van ’s-Hertogenbosch,
De secretaris, De burgemeester,
mr. drs. I.A.M. Woestenberg mr. dr. A.G.J.M. Rombouts