Mensen met een beperking kunnen voortaan gewoon zoveel mogelijk meedoen. Niet alleen buiten op straat, ook bijvoorbeeld op school, of op het werk Toegankelijkheid wordt norm, ontoegankelijkheid de uitzondering. De overheid, bedrijven en maatschappelijke organisaties gaan daar de komende jaren aan werken.
Bijvoorbeeld gemeenten als Breda en Tilburg doen dit al. Door raadpleging van burgers (met en zonder handicap), door samenwerking tussen gemeenten, bedrijven en instellingen te organiseren en daarbij ook budget vrij te maken om systematisch allerlei obstakels te verwijderen.
Hier in ’s-Hertogenbosch vindt wethouder Kagie dat de gemeente al genoeg doet. Een plan van aanpak en een bescheiden begroting voor de invoering van het VN-verdrag vindt hij daarom niet nodig.
De praktijk blijkt anders
Twee jaar geleden kwam er bijvoorbeeld een nieuwe opstapplaats voor de rondvaart op de Binnendieze in de Waterstraat. Het Gehandicaptenplatform constateerde, samen met de wethouder, dat die situatie voor blinden en slechtzienden gevaarlijk was.
Toch veranderde er twee jaar helemaal niets. Tot fractievoorzitter Ufuk Kâhya deze situatie als voorbeeld gebruikte in een raadsvergadering. Twee dagen later lag er een plotseling markering voor het trapje.
GroenLinks ziet graag een systematische aanpak, we zien niets in zulke incidentele maatregelen. Daarom diende de fractie de motie ‘Gastvrije gemeente voor mensen met een handicap’ in.
En blijven we ook volgend jaar op uitvoering ervan aandringen.