Inspiratie uit Schijndel
Na een korte introductie over opzet en doelen van de avond door Ruud Schouten, als voorzitter van de programmacommissie, is het woord aan inleider Laurens van Voorst. Hij is fractievoorzitter van Hart voor Schijndel en was lijsttrekker voor die partij bij de recente herindelingsverkiezingen voor de nieuwe gemeente Meierijstad (waar Schijndel in op is gegaan).
Hij geeft een inleiding over lokale democratie, een belangrijk punt voor Hart voor Schijndel. Daarbij geeft hij meteen aan dat wijkbeleid geen thema is waar je verkiezingen mee wint. Dat was ook niet hun uitgangspunt; je moet kiezers zoeken die je standpunten delen, geen standpunten zoeken alleen maar om kiezers te behagen. Als het gaat om de kloof tussen burger en politiek is het een verkeerde reactie om steeds meer je best te doen om de kiezer naar de mond te praten.
Hart voor Schijndel wil dit anders aanpakken. Inwoners mogen wel met een wensenlijstje komen, maar moeten dat dan ook zelf kunnen realiseren. Daarvoor moet de gemeente taken, zeggenschap en budget overdragen aan de inwoners zelf. Dat kan op allerlei beleidsterreinen: van onderhoud van openbaar groen en speelvoorzieningen tot het beheer van buurthuizen en van dagbesteding tot huishoudelijke hulp. Mensen weer de baas maken over hun eigen leefomgeving, waarbij ze zelf de zoete maar ook de zure vruchten plukken. De burger gaat dan zelf ontdekken dat het allemaal niet zo makkelijk is.
Dat roept altijd bekende mitsen en maren op. Ten eerste over professionaliteit: kunnen de mensen dat zelf wel? Wat Van Voorst betreft is het antwoord ja, maar de gemeente moet dat dan wel faciliteren en begeleiden. Dat is nadrukkelijk iets anders dan de regie houden. Een tweede bezwaar dat vaak naar voren komt, is de vraag hoe draagvlak en legitimiteit te waarborgen zijn. De gemeenteraadsleden kunnen zich beroepen op een mandaat van de kiezer. Mensen in dorpen en wijken die zelf aan de slag gaan, kunnen dat niet. Dat hoeft echter geen probleem te zijn, zolang ze maar zelf op een andere manier voldoende draagvlak aan kunnen tonen. Daar kunnen ze ook zelf verantwoordelijk voor worden gemaakt. Inwoners moeten alles zelf kunnen regelen, zolang ze maar draagvlak aantonen, voldoende kwaliteit leveren en binnen budget blijven. De gemeente moet er wel zorg voor blijven dragen dat niemand buiten de boot valt.
Tot slot geeft Van Voorst een praktijkvoorbeeld van Roy, een inwoner uit Schijndel. Die wist met wat vrienden de jaarlijkse kermis van de gebruikelijke locatie (buiten het centrum) naar een nieuwe locatie midden in het centrum te krijgen, terwijl de gemeente daar eerst geen toestemming voor wilde geven. Ze deden zelf onderzoek naar allerlei relevante aspecten, zoals veiligheid en mogelijke overlast, en kwamen met een gedegen rapport. Ze gingen ook zelf in gesprek met omwonenden om afspraken te maken en draagvlak aan te tonen. Niet alleen wordt de kermis nu daadwerkelijk naar het centrum verplaatst, maar Roy – die eerst weinig met politiek had – vindt politiek nu echt interessant.
In gesprek over Den Bosch
Na de inleiding vanuit Schijndels perspectief geeft ons eigen gemeenteraadslid Patrick Leenders kort de huidige stand van zaken aan rond wijk- en dorpsbudgetten in ’s-Hertogenbosch. Dat beleid is sinds 1 januari vernieuwd: bewoners hebben meer vrijheid gekregen om zelf te besluiten hoe ze die budgetten besteden. Dat mag binnen de brede beleidsthema’s sociaal, fysiek en veilig. Daarvoor moeten er beoordelingsgroepen komen met bewoners uit de wijk. Een representatieve samenstelling van die groepen blijkt in de praktijk wel makkelijker gezegd dan gedaan. Het is bijvoorbeeld lastig om er jongeren bij te betrekken.
De gespreksleider van de avond, Bart Eigeman, schetst vervolgens de opzet van de discussie. Eerst staat de vraag centraal wat je wilt overdragen aan wijken en buurten en waarom je dat wilt. We starten in drie groepen die daar vanuit verschillende rollen over in gesprek gaan: een tafel denkt vanuit de rol van de lokale politiek, de tweede tafel vanuit een wijkraad en de derde tafel gaat uit van individuele wijkbewoners.
Na de discussie worden de conclusies van de groepjes teruggekoppeld. Welke onderwerpen over zijn te dragen, kan per wijk en dorp verschillen. Het hangt af van de sociale draagkracht en de betrokkenheid. Er moet altijd iemand zijn die het voortouw neemt. Dat leidt tot een belangrijke vraag: hoe krijg je mensen actief? Je moet daar in de praktijk vaak heel hard op inzetten en niet alleen overdragen, maar ook aan blijven slingeren om echt iets van de grond te krijgen.
Er is discussie over het uitgangspunt van deze avond. De startvraag veronderstelt al het perspectief dat inwoners meer zelf moeten gaan doen, maar wil je dat eigenlijk wel? Burgers moeten toch niets? Als ze wat willen is dat prima, maar als ze dat niet willen toch ook? Gaan veel mensen juist niet in een stad wonen om ‘geen last van elkaar’ te hebben? En is dat in een dorp misschien juist anders? Conclusie is in ieder geval dat er zeker geen verplichting moet zijn om je in te zetten voor je buurt of wijk. Er wordt nog wel verschillend over gedacht of en in hoeverre er wel een morele plicht of ideaal is voor inwoners om betrokken te zijn bij hun buurt of wijk.
In de huidige situatie hebben de wijkraden weinig formele macht maar ze hebben al wel invloed. Het verschilt overigens per partij hoe groot die is. Sommige partijen gaan goed de dorpen en wijken in, andere zie je er zelden of nooit. Veel mitsen en maren die er zijn als besluiten worden overgelaten aan inwoners zelf, gelden nu overigens ook al voor besluiten van de gemeenteraad. Weet de raad wel voldoende wat er speelt in buurten en wijken om daar altijd goed over te kunnen besluiten? Voor de lokale politiek zien de deelnemers in ieder geval wel een blijvende rol bij het afwegen van verschillende wijk- en dorpsbelangen tegen het algemene gemeentebelang.
MijnDenBosch
Na de eerste discussieronde is het woord aan de Bossche sociale ondernemer Jaap Klink. Hij is te gast om iets te vertellen over MijnDenBosch, het initiatief waarvan hij een van de kartrekkers is. Dit is eigenlijk ontstaan uit een ludieke foto-actie met een alternatief ‘Facebook-college van B&W’ met maatschappelijk actieve Bosschenaren. De echte wethouder Logister nodigde dit ‘schaduw-college’ vervolgens uit om te komen praten over het versterken van de lokale democratie. Dit naar aanleiding van ideeën rond een mogelijke G1000-top en kritiek op het in de la verdwijnen van de stadsessays (die bedoeld waren om maatschappelijke discussie aan te wakkeren).
Na dat gesprek is MijnDenBosch gestart, waarbij er nadrukkelijk voor is gekozen om zoveel mogelijk aan te sluiten bij bestaande netwerken. Aan die netwerken wordt gevraagd om per netwerk en met elkaar in gesprek te gaan om tot speerpunten te komen. Daar hoort dan direct de vraag bij wat ze er dan zelf aan gaan doen. Om het wat meer te structuren is het nadenken over het profiel van de nieuwe burgemeester als ‘haakje’ gebruikt. Via de website www.mijndenbosch.nl kunnen ook individuele Bosschenaren ideeën delen.
De ervaringen tot nu toe wijzen erop dat dit een waardevolle manier is om tot speerpunten te komen. Er komen gevarieerde en goede ideeën uit voort, die dicht bij de mensen zelf liggen. De stap van idee naar realisatie is wel lastig. Het blijkt best moeilijk om mensen te mobiliseren, dat kost veel tijd en energie. Mensen moeten wat angst overwinnen om echt met hun ideeën aan de slag te gaan. De gemeente kan daar een belangrijke rol hebben om te steunen en verbindingen te leggen. Een paar mooie voorbeelden realiseren zou goed zijn om te inspireren. De lokale politiek en gemeentelijke organisatie gaan echter nog erg uit van hun eigen agendapunten en zoeken daar burgerinitiatieven bij. Ze staan weinig open voor andere ideeën die niet direct in de gemeentelijke agenda passen.
Discussie over dilemma’s
Aan de hand van stellingen gaan de deelnemers verder in gesprek over het spanningsveld tussen enerzijds meer ruimte en vrijheid geven aan inwoners en anderzijds vasthouden aan het eigen toekomstbeeld en het zoveel mogelijk realiseren van en de idealen van GroenLinks. Een ruime meerderheid lijkt wel open te staan voor het overdragen van taken, zeggenschap en budgetten aan inwoners, mits dit wel gebeurt met goede, sociale en duurzame randvoorwaarden. Maatregelen moeten passen in het beeld van wat voor samenleving je wilt. Zoals de gespreksleider het samenvat: de randvoorwaarden kun je zien als een ‘rand voor waarden’.
Daarbij komen er een aantal conclusies en aandachtspunten naar voren:
- Het hoeft niet allemaal in één keer. Je kunt klein beginnen en geleidelijk groeien. Dit kan ook per wijk/dorp verschillen.
- Als je te gedetailleerde voorwaarden stelt, krijgen mensen – terecht – het gevoel dat ze eigenlijk niet echt meer ruimte krijgen. Ze nemen de eigen verantwoordelijk dan waarschijnlijk minder serieus.
- De afzonderlijke wijk- en dorpsbelangen kunnen strijdig zijn met algemene, bovenwijkse belangen. Het gevaar bestaat dat een NIMBY-mentaliteit (‘Not In My Backyard’) noodzakelijke maatregelen in de weg staat.
- Een meerderheid alleen is niet voldoende voor echte democratie; ook bij het overdragen van bevoegdheden moet er aandacht en bescherming blijven voor minderheden.
- De informatievoorziening moet goed zijn, zodat inwoners goed geïnformeerd zelf besluiten kunnen nemen.
- Luisteren naar burgers kan alleen als ze spreken; als er te veel wantrouwen is, doen ze dat niet snel. Versterken van de democratie vraagt om meer vertrouwen.
Klink houdt nog een pleidooi voor ruimte om te experimenteren. Als er te strikt wordt vastgehouden aan de eis om vooraf al breed draagvlak aan te tonen, is er weinig ruimte om nieuwe dingen te proberen. Soms weet je pas of iets werkt, en of je het wel of niet wilt, als het eerst een keer in de praktijk is getest.
Tot slot
Aan het eind van de avond vat raadslid Patrick Leenders de belangrijkste conclusies samen:
- Mensen met goede ideeën zijn overal te vinden. Een belangrijke vraag is: hoe help je ze om daarmee aan de slag te gaan?
- Positieve ervaringen met bewonersinitiatieven kunnen en zullen ook anderen inspireren en motiveren.
- Als politiek moet je uitgaan van je eigen visie, maar verantwoordelijkheid aan anderen geven kan bij die visie horen. Dan moet je wel bereid zijn om de gevolgen daarvan te accepteren.
Tijdens de aansluitende borrel wordt de discussie nog levendig voortgezet.