Tijdens de laatste raadsvergadering voor de zomervakantie komen GroenLinks en SP met een motie tegen TTIP. Dit vrijhandelsverdrag  tast de Europese, nationale en lokale  democratie aan en vormt een gevaar voor milieubescherming, voedselveiligheid en sociale rechten. GroenLinks wil  daarom dat onze  gemeente zich net als de gemeente Amsterdam verzet tegen dit Trans-Atlantisch Handels- en Investeringspartnerschap (TTIP).

De Europese Unie en de Verenigde Staten onderhandelen over een vrijhandelsverdrag, het Trans-Atlantisch Handels- en Investeringspartnerschap (TTIP). GroenLinks is geen voorstander van dit  verdrag en wil dat de EU de onderhandelingen met de VS staakt. TTIP is geen klassiek handelsakkoord waarbij importheffingen worden weggenomen om de handel tussen twee landen te stimuleren. Tussen de EU en de VS zijn die tarieven al laag en bestaat er al een bloeiende handel.

TTIP gaat voornamelijk over het gelijktrekken van normen en dat heeft gevolgen voor de bescherming van sociale rechten of het milieu. Dat is nou precies waar we zelf strenge eisen aan willen blijven stellen, in Nederland en in Europa. Het gevaar van TTIP is dat vooral grote bedrijven met veel lobbykracht extra kansen krijgen om hun belangen te behartigen, ook als die tegen het algemeen belang in gaan. Als een bedrijf vindt dat Europese, nationale of lokale regels of besluiten zijn investeringen aantasten, kan het zelfs een schadevergoeding afdwingen buiten nationale rechtbanken om (via arbitrage tussen investeerders en staten, ISDS). Dat geldt ook voor regels die er zijn om mens en milieu te beschermen.

Het energieconcern Vatenfalls wist in 2009 in Hamburg een kolencentrale door te drukken. Het bedrijf eiste 1,7 miljard euro schadevergoeding omdat Hamburg milieu-eisen wilde opschroeven. Onder die dreiging krabbelde de Duitse stad terug en verhoogde de eisen niet. Zulke schadeclaims  kunnen  gemeenten  of provincies straks ook krijgen als zij bijvoorbeeld het  boren naar schaliegas verbieden. Het verdrag schaadt zo de Nederlandse en Europese democratie, terwijl de opbrengsten voor onze economie hoogst onzeker zijn.