Eind april kiest de provincie voor opwaardering van het noordelijk deel van de N279; de weg langs het kanaal tussen ’s-Hertogen-bosch en Veghel. GroenLinks is kritisch over de variant die de provincie waarschijnlijk kiest; 2x2 rijbanen met een maximumsnelheid van 100 km/uur en ongelijkvloerse kruisingen. Deze beschadigt veel natuur en waardevol landschap en geeft veel hinder voor de omwonenden. Daarnaast trekt het extra verkeer aan.

Dit besluit van Gedeputeerde Statem van Noord-Brabant is het begin van het formele inspraaktraject.  De Bossche gemeenteraad zal op 5 juli 2011 zijn reactie geven op het  plan. Omdat dit ook grote gevolgen heeft voor de gemeente ’s-Hertogenbosch stelt GroenLinksraadslid Peter van Doremalen een aantal  vragen aan het college van burgemeester en wethouders.


Zo vraagt GroenLinks of deze nieuwe infrastructuur wel past in het beleid van de gemeente om de auto te ontmoedigen en de fiets en openbaar te bevorderen. Ze vraagt hoe de fietsroute richting Berlicum en verder er uit ziet, en of dit wel een verbetering is voor de fiets. Ook vraagt ze of een extra aansluiting op de A2 wel noodzakelijk is en waarom,  bij de discussie medio 2010 over een bedrijventerrein in ‘oksel van de Kloosterstraat’, niet is gemeld dat een groot deel van dit terrein al ‘vergeven’ was aan een nieuwe af- en oprit.

Tenslotte: wat zijn de financiële gevolgen voor de stad? Doordat de N279 op een nieuwe plaats de stad inkomt moet hier immers nogal wat gebeuren. Wie betaalt dat straks?



Schriftelijke vragen artikel 39 over de besluitvorming over de N279

’s-Hertogenbosch, 5 april 2011,

Geacht college,

Bij de stukken van de raadvergadering van 12 april ontvingen wij de Raadsinformatiebrief over de opwaardering van de N279.

Uit de beantwoording van 30 maart 2011 van mijn rondvraag van 23 maart 2011 blijkt dat u voornemens bent op 5 juli 2011 een gemeentelijke reactie op het Provinciaal Inpassingsplan aan onze Raad voor te leggen.

Uit de stukken blijkt dat er sprake is van een stuurgroep, waarin ons college is vertegenwoordigd, die leiding geeft aan het project N279 en onder meer besluiten heeft genomen over de vormgeving van varianten en de keuze van de voorkeursvariant. Naar onze mening legt het college  in de vergadering van 5 juli 2011 ook verantwoording af over de inzet en inbreng in deze stuurgroep. Daarom de volgende vragen: 

1. Op welke door onze Raad geaccordeerde kaders en uitgangspunten heeft u uw stellingnames in deze stuurgroep gebaseerd, en dan met name de keuze voor het voorkeursalternatief? Op welke wijze heeft u de Raad geïnformeerd over en betrokken bij uw keuzes met belangrijke gevolgen voor het grondgebied van ’s-Hertogenbosch?

Door onze Raad is, na een jarenlang traject, op 19 mei 2009 het Uitwerkingsplan Koersnota aangenomen. Hierin is ruim aandacht voor de zogenaamde ‘ladder van Verdaas; de benutting van RO, beprijzing, fiets en openbaar vervoer (OV) en de bestaande (vaar)wegen alvorens tot reconstructie en aanleg van nieuwe infrastructuur over te gaan. Daarnaast stemden wij in met het terugbrengen van het autoverkeer met 10%, en de groei van het aandeel fiets van 33% naar 44% en van het OV van 4% naar 6%.
Iets meer dan een maand later, op 22 juni 2009 besloot u in stuurgroepverband over het voorkeursalternatief. Noch uit de Raadsinformatiebrief, noch uit de Informatieve notitie blijkt dat de ladder van Verdaas en de kwantitatieve doelstellingen een rol speelden bij uw afwegingen en inbreng in de stuurgroep.

2. Zien wij dat goed ? En waarom is dat niet gebeurd? Bent u met ons van mening dat dit wel had moeten gebeuren?

Uit de informatie blijkt dat door de stuurgroep in het voorkeurstracé een extra aansluiting op de A2 wordt voorgestaan. Een duur project (90 miljoen volgens de raadsinformatiebrief) dat veel ruimte vraagt en investeringen in extra bruggen. Een alternatief is om aan de noordzijde een compleet klaverblad aan te leggen. Volgens onze informatie is dit een variant die eerder is afgevallen.

3. Waarom heeft u deze variant laten afvallen?

4. Kunt u middels een schets de ruimtelijke consequenties van deze variant voor ons in beeld brengen?

Onze raad hecht blijkens het geciteerde besluitvorming over de Koersnota veel waarde aan een betere fietsverbindingen.

5. Kunt u inzicht geven op welke wijze de fietsverbinding langs de Zuid Willemsvaart wordt vormgegeven? Wordt de fietsverbinding hierdoor korter, sneller, aantrekkelijker comfortabeler en veiliger?

In de commissievergadering van 30 juni 2010 en de raadsvergadering van 13 juli 2010 is gediscussieerd over een werklandschap van 19 ha in de ‘oksel’ van de A2 en de N279. Er is ook een motie aangenomen die op het openhouden van de Kloosterstraat, inclusief deze oksel bevestigt. (…)
5. Waarom heeft het college in de informatie (bv de brief van 7 juli 2010) en discussies in commissie en raad niet helder(der) gemaakt dat er geen sprake kon zijn van 19 ha omdat hij sinds juni 2009 de intentie had om een groot deel van het werklandschap in te vullen met infrastructuur?

In de Informatieve notitie staat op bladzijde 23 “Een financiële bijdrage c.q. medefinanciering van met name de gemeente(n) is aan de orde bij aanvullende wensen door de gemeente(n) en bij de mogelijkheid van gebiedsontwikkeling.” Dit wordt herhaald in de Raadsinformatiebrief.

6. Is medefinanciering vanuit de gemeente ’s-Hertogenbosch aan de orde, zo ja voor welke projectonderdelen en welk bedrag?

In het voorkeurtracé komt de N279 aan de zuidzijde van de Zuid Willemsvaart de stad in. Op de kaart is de weg niet verder getekend dan de Kruithoorn. Hij sluit niet aan op de Maastrichtseweg.

7. Welke aanpassingen zijn nodig? Zijn daar al plannen voor, en wie betaalt die? Hoe wordt onze raad daarbij betrokken?



Hoogachtend,

namens de fractie van GroenLinks
Peter van Doremalen