In 2009 waren er 258 meldingen en klachten van discriminatie in Den Bosch. De afname in 2010 (153) werd door het college geweten aan veranderde wetgeving. Hierdoor was er nauwelijks voorlichting gegeven. In het pas openbaar gemaakte cijfers blijkt dat er in 2011 slechts 19 (!!) klachten en meldingen zijn binnengekomen. “Dit heeft jammer genoeg weinig te maken met een toename van de tolerantie, maar alles met een gebrekkige voorlichting, preventie, bekendheid en toegankelijkheid. Dit moet echt beter” zegt Ufuk Kâhya, raadslid voor GroenLinks.

GroenLinks heeft al vaker aandacht gevraagd voor het antidiscriminatiebeleid in onze gemeente. Het aantal meldingen en klachten bedroeg 258 in 2009, 153 in 2010 en slechts 19 in 2011. Helaas heeft deze afnamen weinig te maken met de toename van de tolerantie, maar alles met een beperkte voorlichting, preventie, bekendheid en toegankelijkheid.  Het landelijk beeld geeft een stijging van het aantal meldingen met ongeveer 5% aan. GroenLinks wil dat er een beter antidiscriminatiebeleid gevoerd wordt in onze gemeente. Wij vinden het bij voorlichting en preventie belangrijk dat de weerbaarheid van de Bosschenaar toeneemt. Veel jongeren raken hopeloos, terwijl ze veel talent hebben en graag hun bijdrage leveren aan de samenleving. Ufuk Kâhya stuurde namens GroenLinks de volgende vragen:

Betreft: Schriftelijke vragen ex art. 39 RvO m.b.t. antidiscriminatiebeleid

Geachte College, 

GroenLinks heeft al meerdere malen aandacht gevraagd voor het Bossche antidiscriminatiebeleid. Recentelijk is het jaarverslag van Radar over 2011 openbaar geworden. In 2009 waren er 258 klachten en meldingen van discriminatie in  

’s-Hertogenbosch. In 2010 waren het er 153. Deze forse afname werd verklaard door het feit dat er in 2010 nauwelijks voorlichting was gegeven wegens problemen die ontstonden wegens de wetswijziging. Ondanks de raadsbreed aangenomen motie ‘antidiscriminatiebeleid’ die uitsprak dat het antidiscriminatiebeleid gericht op registratie, klachtbehandeling én preventie goed ten uitvoer moet worden gebracht en de toezeggingen van het College tijdens het interpellatiedebat van 14 december 2010, blijkt nu dat er in 2011 slechts 19 meldingen zijn geweest. Een zeer forse daling. Tegen de trend in, aangezien de landelijke brancheorganisatie voor antidiscriminatievoorzieningen aangeeft dat registratie van discriminatie met gemiddeld 5% stijgt.

  1. Hoe verklaart u de afname van het aantal meldingen van 258 in 2009, naar 153 in 2010 en 19 in 2011, terwijl meldingen in 2011 landelijk met 5% zijn gestegen?
  2. Op welke wijze heeft u, conform uw toezegging aan de raad, een vinger aan de pols gehouden? En had u eerdere signalen dat het aantal meldingen fors achterbleef en wat heeft u toen gedaan?
  3. Wat is u oordeel over de uitvoering van de wettelijke taak van registratie en klachtbehandeling en wat gaat u nu doen?
  4. Door de Raad is in de begroting van 2011 besloten: “Naast de wettelijke taken op het gebied van antidiscriminatie (registratie en klachtbehandeling) subsidiëren wij Radar in het verrichten van preventie- en voorlichtingstaken.” In de begroting is hiervoor een bedrag van € 40.000,- opgenomen. Uit het jaarverslag van Radar blijkt dat er in 2011 geen preventieve of voorlichtingsactiviteiten hebben plaatsgevonden. Waarom is dat niet gebeurt, wat was u rol daarin en waar is het beschikbare budget voor preventieve activiteiten voor gebruikt?
  5. Hoe gaat u ervoor zorgen dat er in 2012 de preventie- en voorlichtingstaken vanuit het Bossche antidiscriminatiebeleid wel ten uitvoer worden gebracht?
  6. In uw brief aan de commissie Maatschappelijke Ontwikkelingen 14 maart jl. geeft u aan een plan van aanpak voor preventie te ontwikkelen. Is dit plan er al en wilt u dit  doen toekomen aan de commissie Maatschappelijke Ontwikkelingen?


Namens de fractie van GroenLinks, 
Ufuk Kâhya