Kranten staan bol van jeugdwerkloosheid. Activiteiten starten te vaak bij de aanvraag van een uitkering. GroenLinks -wethouder Bart Eigeman over twee concrete voorbeelden van `pro-actief arbeidsmarktbeleid'.
Kranten staan bol van jeugdwerkloosheid. Activiteiten starten te vaak bij de aanvraag van een uitkering. GroenLinks -wethouder Bart Eigeman over 2 concrete voorbeelden van `pro-actief arbeidsmarktbeleid’.
Leerbanen als adequate leeromgeving
In een gesprek met CWI, ROC, Praktijkschool en de afdelingen Sociale Zaken en Onderwijs wilde ik inzoomen op de jeugdwerkloosheid. Al snel kwam naar voren dat dit in de regio ’s-Hertogenbosch (nog) geen groot probleem is. Na enig doorpraten kwam wel de zorg over het teruglopend aantal leer/werkplekken op tafel. Dat houdt naar de toekomst in dat (V)MBO-leerlingen moeilijker een praktijkplek kunnen vinden: Dat leidt tot 2 problemen:
- het niet behalen van een startkwalificatie (als je geen leerwerkplek hebt mag je de opleiding niet afmaken) is een aantoonbaar minpunt op weg naar de arbeidsmarkt, maar ook op weg naar evt. een vervolgopleiding;
- de leer/werkplekken zijn niet alleen een noodzaak tot startkwalificatie. Voor veel jongeren is het ook een voorwaarde voor hen zelf: leren in de praktijk gaan velen makkelijker af dan leren in de schoolbanken. Er dreigt dus ook een groot tekort aan adequate leeromgevingen;
Het gesprek richtte zich daarna meer op het voorkomen van jeugdwerkloosheid: Sinds kort ligt er een Plan van Aanpak Leerbanen met resultaatafspraken. Samen met CWI, ROC,. VMBO’s en het MKB zijn afspraken gemaakt over een 4-jarige aanpak. De gemeente financiert vooral in het begin, de andere partners naarmate het plan verder ontwikkeld is. Doel: tussen nu en 2007 350 leerbanen realiseren. Er wordt een acquisiteur benoemd (aangehaakt bij het CWI) die de boer op gaat langs bedrijven. Het komt aan op individueel overtuigen. Gesprekken met de werkgeversorganisaties zijn teveel op afstand, dat levert geen leer/werkplekken op de werkvloer op. Ambassadeurs uit het bedrijfsleven promoten het initiatief, bijv. Godfried Meyer, directeur Heineken ’s-Hertogenbosch en Tiny Bertrums van Hartje ‘s-Hertogenbosch.
Het MKB is voor ROC’s en VMBO’s een vrij onbekende partner. Met die achterban is dikwijls, vanwege de kleine schaal, moeilijk in contact te komen. Het MKB ziet het als een kans om een nieuwe generatie goed op te leiden. Het voordeel van leerbanen is dat er van beide kanten de tijd bestaat elkaar te leren kennen.
Leerlingbouwplaatsen als schoolvoorbeeld
Onlangs is in ’s-Hertogenbosch een convenant ondertekend om meer leerlingbouwplaatsen te realiseren. Dat zijn reguliere bouwplaatsen waar de voorwaarden aanwezig zijn om (gemiddeld 5) leerlingen op te leiden, verzorgd door de uitvoerend aannemer. Er bestaan veel verkeerde beelden: de kwaliteit is eerder beter dan slechter (wat niet goed is gaat opnieuw), de bouw verloopt niet langzamer en het is niet duurder. Er wordt een schreeuwend tekort aan vakmensen voorspeld. Aannemers leiden graag hun eigen mensen op en zijn ook bereid daarin te investeren, maar er zijn meer leerlingen dan leerlingbouwplaatsen. Dat betekent dat veel jongeren in een nepsituatie het vak leren: Muurtje opbouwen, muurtje afbreken, stenen schoonschrapen en muurtje weer opbouwen…Voor jongeren, vaak vanuit een breuk in hun schoolloopbaan in de bouwopleiding, een demotiverende leeromgeving met als risico dat ze ook hier stoppen.
Een aantal rollen komen bij elkaar: de zorg om voortijdig uitval van schoolgaande jongeren, het voorkomen dat mensen een beroep doen op een uitkering, de rol van opdrachtgever bij bouwactiviteiten en ook nog eens enige invloed op bijv. corporaties als opdrachtgever.
Samen met Bouwradius (een landelijk centrum vakopleiding) heb ik partners bij elkaar gebracht: aannemers, regionale opleidingscentra, BouwNed, corporaties en de gemeente. De laatste was eigenlijk de lastigste…. 7 verschillende afdelingen met allemaal een eigen invalshoek. Door ambtelijke tijd ter beschikking te stellen en als wethouder de overstijgende doelen te benadrukken (“jongeren opleiden tot leuke volwassenen met kans op een betaalde baan”) is er snel een convenant gekomen. Er is een dimensie aan toegevoegd, instroom uit het onderwijs is de basis, maar er is ook instroom mogelijk vanuit de bijstand: de sociale dienst selecteert mensen en laat hen, met behoud van uitkering de eerste opleidingsperiode volgen, waarna ze in CAO-dienstverband de opleiding afmaken.
En nu nog de bouwplaatsen?!
In het kader van een ambitieus Onderwijshuisvestingsprogramma (100 miljoen investeren in 10 jaar) vervullen we als gemeente de opdrachtgeversrol vaak vanaf 2004. Dat biedt de mogelijkheid om in het bestek de voorwaarde tot het verkrijgen van de opdracht op te nemen dat het een leerlingbouwplaats wordt.
Dat betekent in komende paar jaar zeker 15 leerlingbouwplaatsen in de vorm van (multifunctionele) scholen. Leerlingen bouwen scholen, een schoolvoorbeeld van proactief arbeidsmarktbeleid! Het mes snijdt aan vele kanten, ook aannemers zien het als een kans aan hun imago te werken.
Bart Eigeman (jeugd, onderwijs, welzijn en sociale zaken)