“Wat een bijzonder moment is dit voor mij, om hier te staan en terug te blikken op vijf intensieve en inspirerende jaren als wethouder van mijn stad. Het begon allemaal met de vele ontmoetingen die me niet loslieten. Dat jongeren zeiden: “tja.. ik ben maar een vmbo’er”. Dat de overtuiging ontbrak dat er ook voor hen veel moois in het verschiet lag."
Dat raakte me diep. Dat doorbreken, dat werd voor mij een persoonlijke uitdaging.
Ik wilde ervoor zorgen dat geen enkele jongere zichzelf 'niet voldoende' zou vinden, dat iedereen zijn of haar talenten kon ontdekken en ontwikkelen, en trots kon zijn op zichzelf. Zodat kansen en mogelijkheden voor hen meer vanzelfsprekend worden.
Dat geldt ook voor de ruimte die we samen delen. Daarin is voor iedereen plaats. Ik heb het als wethouder altijd verdrietig gevonden dat sommige inwoners toestemming nodig lijken te hebben om die ruimte in te nemen, en anderen als vanzelfsprekend die ruimte pakken. We zijn allemaal eigenaar van deze stad… Het is ónze samenleving.
Dat geldt ook voor onze jongeren. Pas als zij de ruimte durven en kunnen innemen die bij hun dromen en ambities past kunnen zij volwaardig mede-eigenaar zijn van onze stad. En wordt een samenleving van ons allemaal.
Als ik terugkijk op deze vijf jaar, zijn het vooral de ontmoetingen die mij bij zullen blijven. Ontmoetingen met mensen in onze stad waar niet altijd de schijnwerpers op gericht zijn, maar die van onschatbare waarde zijn voor het weefsel van onze samenleving. Ik denk dan aan de moeders in de wijken die onmisbaar werk doen, de jonge mantelzorgers die elkaar steunen en ondersteunen. En de vrijwilligers die ik heb mogen ontmoeten, tijdens mijn bezoeken en maatschappelijke stages, van de kinderopvang tot aan de seniorenbus. Ik ben enorm onder de indruk van de toewijding waarmee mensen verantwoordelijkheid dragen voor hun omgeving. Van hun directe familie, tot hun scholen en in hun wijk. Hoe deze inwoners op deze manier meebouwen aan de leefbaarheid van Den Bosch.
Ik draag de veel mooie momenten en de vele mensen waarmee ik heb samengewerkt in mijn hart. We hebben gelachen, lief en leed gedeeld, en elkaar geïnspireerd en uitgedaagd. Het meest ben ik trots op de stenen die we samen hebben verlegd, waarmee we dat wat niet vanzelfsprekend leek mogelijk hebben gemaakt. Het versterken van het geloof in het kunnen van elk kind, de belofte van de Bossche Educatieve Agenda die tot bloei zal komen, en bovenal de Bossche Gelijke Kansen Community, waarin we gezamenlijk het systeem hebben doorbroken om het kind echt centraal te stellen.
In mijn laatste weken in het stadhuis kreeg ik van een directe collega te horen: “dat jij met jouw achtergrond dit hebt bereikt is heel bijzonder, maar je past niet bij onze organisatie”.
Een opmerking die pijnlijk onderstreept dat zelfs als je wethouder bent er mensen in je omgeving zijn, die blijven suggereren dat je er niet thuis hoort. In alle jaren dat ik onderdeel ben geweest van de raad en het college heb ik die opmerkingen proberen te verleggen om te laten zien aan iedereen, met name aan de jongeren in onze stad, dat iedereen wethouder mag en kan zijn. Deze stad verdient een breed palet aan leiders en een divers college. Ik heb de opmerkingen lang genegeerd en de laatste jaren vaker de confrontatie opgezocht. Maar ik voelde ook na vijf jaar dat het genoeg was.
In mijn vele ontmoetingen in de stad heb ik de leiders van de toekomst mogen ontmoeten. En daar ben ik dankbaar voor. En tegen hen zou ik willen zeggen: laat je niet weerhouden om net zoals ik, je dromen na te jagen en je plek op te eisen.
Ook ík zal dat blijven doen.
Dank jullie wel voor deze onvergetelijke vijf jaar. Laten we samen blijven streven naar een wereld vol kansen en gelijke mogelijkheden voor iedereen.
Laten we samen blijven bouwen.”