Wie is er tegen het belang van spelen? Spelen lijkt een a-politiek onderwerp, maar het vraagt wel degelijk politieke keuzes. "In het politieke jargon barst het van de verwijzingen naar spel: wie de bal kaatst, verstoppertje spelen, een punt scoren, het gaat om de knikkers. Maar om op het gebeid van spelen iets te bereiken is bestuurlijke kracht nodig." Wethouder Bart Eigeman legt uit waarom hij - met groot succes - het speelbeleid in 's-Hertogenbosch en Rosmalen een sterke impuls heeft gegeven.

Ruimte is een schaars goed

Als ik het gezelschap van het Netwerk Kindvriendelijke Steden vraag om fijne speelplekken in herinnering te roepen, zijn de antwoorden: rollebollen langs de dijk, de straat, de maasoever, fikkie steken in de weilanden. De informele speelplekken worden genoemd, terwijl mijn verhaal vooral gaat om aangelegde -formele- speelvoorzieningen. Maar ja, met oog voor de realiteit: ruimte is een schaars goed geworden en ruimte voor jongeren in de openbare ruimte is geen vanzelfsprekendheid. Huizen, auto's, bedrijven worden economisch van voldoende belang geacht, ruimte voor jongeren hangt bij dure grondprijzen vaak aan de achterste mem. In het Bossche beleid heb ik, als een van de eerste gemeenten in Nederland, de 3% NUSO-norm, als uitgangspunt genomen. Spelen is geen luxe, het gaat om een leefbare woonomgeving. Het belang van spelen ligt in de ontwikkeling van kinderen en jongeren: ruimte voor jongeren!

's-Hertogenbosch Ontmoetingsstad

Het logo van 's-Hertogenbosch - ontmoetingsstad - wordt ingezet voor stadspromotie. Voor de toepassing wordt vaak gedacht aan de binnenstad (horeca, winkelen) en aan grotere evenementen (carnaval, Jazz in Duketown, Festival De Boulevard). Als wethouder voor o.a. jeugd, welzijn en wijkgericht werken heb ik ontmoeten centraal gesteld in het speelbeleid. Een toepassing op de dagelijkse leefomgeving van buurten en wijken. Ontmoeten is een prachtig woord: ont-moeten is tijd nemen - niet moeten - voor spel, samenspel.

Met ontmoeten als hoofdthema, noem ik 5 belangrijke redenen om speelbeleid te intensiveren:

  1. een goed pedagogisch klimaat dichtbij huis stimuleert de ontwikkeling van kinderen. Ruimte voor jongeren brengt hen in beweging, en beweging leidt tot contact;
  2. om de leefbaarheid te vergroten is het van belang dat mensen - jong en oud - zich thuis voelen in hun eigen buurt. Anno 2004 is identificatie hard nodig. Veel vaste ankerpunten die er vroeger waren, vallen weg (mensen zijn veel mobieler, er wordt veel gebouwd en dus verandert de omgeving, kerk, school en vereniging gaan niet meer hand in hand etc.). Speelruimte verhoogt het thuisgevoel: juist door er iets te kunnen doen, ervaar je jouw buurt ook als jouw buurt;
  3. kwaliteit van de directe leefomgeving vergroot de kans op binding. Bij het realiseren van speelvoorziening zijn voor de inrichting herkenbaarheid en herbergzaamheid belangrijk.
  4. een goede plek voor de rol van bewoners - meedenken en meedoen - kan hun betrokkenheid bij de eigen leefomgeving verbeteren; Op de begroting voor spelen is daaarom ook geld uitgetrokken voor het betrekken van bewoners.
  5. de kwaliteit van de relatie tussen gemeente en bewoners wordt vergroot. Bewoners worden niet als klant of consument benaderd maar als actief burger. Bovendien investeert de gemeente zichtbaar en voelbaar dichtbij mensen. De ervaringen in de afgelopen 2 jaar, brengen veel enthousiasme teweeg.

 

Van ad hoc naar gemeentebreed

Tot voor 2 jaar was de invulling van speelvoorzieningen heel hap-snap: heel weinig geld (50.000 gulden voor de hele stad…)geen visie en wie het hardste riep kon iets krijgen. Toen 4 jaar geleden de veiligheidsnormen voor speeltoestellen erg streng werden, verdween er veel zonder dat er iets voor terug kwam. Een gemis dat is omgebogen naar een landelijk in het oogspringende aanpak. Maar welke voorwaarden moeten geregeld zijn, om het speelbeleid ook echt vorm te kunnen geven?

het begint met het hebben van een visie. Wat wil je en waarom is dat belangrijk? In 's-Hertogenbosch is het speelbeleid ingebed in het integrale jeugdbeleid dat Ruimte voor jongeren heet en waarbij de directe leefomgeving

  • basis in de buurt - uitgangspunt is. De hoofdlijnen in het beleid zijn uitgesplitst naar ruimte voor jongeren binnen (accommodaties ook in combinatie), flexibel inspelen op diversiteit via 2 bussen die door de gemeente rijden en jongeren opzoeken op de plek waar ze zich bevinden met de combinatie van jongerenwerk en sport, ruimte voor jongeren buiten waar spelen een invulling van is;
  • vanuit de visie dat spelen alles met leefbaarheid te maken heeft is het nodig samenhang aan te brengen met andere onderwerpen zoals sport, jeugd, onderwijs, welzijn, openbare ruimte, stadsontwikkeling, veiligheid. Het komt te vaak voor dat, ook in gemeenten, alle invalshoeken losgeknipt worden met voor ieder stukje weer een eigen visie en ambtenaar. Het gebiedsgerichte denken, de directe leef- en werkomgeving van bewoners, is een speerpunt van mijn beleid;
  • integraliteit binnen de gemeente vormgeven via een duidelijke en planmatige manier van werken. Dit vraagt een open houding van de ambtelijke organisatie en dient vertaald te worden naar een werkwijze. Er wordt, gefaseerd in 4 jaar voor de hele gemeente, gewerkt met Wijkspeelplannen. Dat vormt een deskundig ruimtelijk kader voor de in te plannen ontmoetingsruimten van 0-99. Met dat kader kan de invulling per speelplaats gemakkelijker vorm krijgen in goed overleg met bewoners. Dat vraagt een open houding en vaardigheden om in het krachtenveld van belangentegenstellingen te kunnen staan. De invulling van een speelplaats roept tegengestelde belangen op, daar moeten we niet om heen gaan maar juist midden in gaan staan. Met het streven er samen uit te komen, lever je direct een bijdrage aan de leefbaarheid, want dat de speelvoorziening er komt staat niet ter discussie.
  • een beroep doen op partners op maat van die wijk levert absolute meerwaarde op: scholen, bibliotheek, jongerenwerk/opbouwwerk, politie hebben ieder eigen deskundige inbreng en vergroten de kans op draagvlak. Een beroep op bewoners als partners, te onderscheiden naar de wijkraden voor de indeling van wijkspeelplaatsen in de ruimte en bewoners - jong en oud - voor de concrete invulling van die ene speelvoorziening bij hen om de hoek vergoot de betrokkenheid. Het wordt een speelvoorziening van henzelf. De betrokkenheid wordt ook na realisering voortgezet via een beheergroep.
  • de politieke keuze om geld uit te trekken en om bestaande potjes die heel versnipperd zijn te bundelen. In de besteding van het geld is ook ruimte voor initiatief, bijvoorbeeld budget voor scholen die hun plein als openbare ruimte ter beschikking stellen of voor bewoners die via de regeling `euro-voor-euro' een extra bijdrage mogelijk maken;
  • kiezen voor kwaliteit: zowel in het proces, als bij de realisering. De keuze van de toestellen, de kleurstelling, het door kinderen zelfgekozen thema herkenbaar terug laten komen, het geeft bewoners een gevoel van waardering. Een speeltuin aan de straat de Goudkinderen kent de elementen van het sprookje: het kasteel, de lelie en 2 dieren die in goud zijn uitgevoerd. De kwaliteit tot in de details verhoogt de herkenbaarheid naar de mensen in die buurt en men kan ook trots zijn op zoiets moois!

 

Daarmee zitten we weer in het hart van leefbaarheid van de dagelijkse leefomgeving: waardering geven biedt de kans die waardering te delen. De sociale, fysieke en pedagogische ontwikkeling van kinderen en volwassenen is de kern van sociaal beleid dat in het ruimtelijke beleid mede mogelijk gemaakt wordt. Ruimte voor jongeren, voor jong en oud, trekt een spoor van tientallen speelvoorzieningen door de gemeente: 's-Hertogenbosch ontmoetingsstad speelt ook in buurten en wijken!

Bart Eigeman

(Dit is een bewerking van een bijdrage van Bart op een bijeenkomst van het netwerk Kindvriendelijke Steden)
----------------------------------------------------------------------------