Begin 2010 loste GroenLinks raadslid Ufuk Kâhya een verkiezingsbelofte in. Hij stelde vragen aan het college over de inning van de afvalstoffenheffing in studentenhuizen. De gemeente stuurde de nota altijd aan de langstwonende bewoner - die moest maar zien dat hij of zij een deel van het geld terugkreeg van de medebewoners. De gemeente liet Ufuk weten de regels te zullen veranderen. De gemeente brengt de kosten voor riool- en afvalstoffenheffing in rekening bij de verhuurder.

Nu doet zich een nieuw probleem voor. De huiseigenaar kan de kosten doorberekenen aan de bewoners, maar daarmee vervalt de mogelijkheid voor hen om ontheffing voor deze belasting aan te vragen.

Ufuk Kâhya stelde namens GroenLinks de volgende vragen:

Betreft: Schriftelijke vragen ex art. 39 RvO m.b.t. afvalstoffenheffing


Geachte College,

Eerder vroeg mijn fractie aandacht voor de problemen rond de inning van de afvalstoffenheffing in met name studentenhuizen. Zie de beantwoording van mijn vragen van 25 maart 2010.

Als gevolg van de wetswijziging is het sinds dit jaar mogelijk om als gemeente de afvalstoffenheffing  en rioolheffing in rekening te brengen bij de verhuurder, in plaats van de huurder. Sinds dit jaar doet onze gemeente dat ook. Het gevolg is dat verhuurders dit bedrag doorrekenen naar de huurder. Zie bijvoorbeeld de bijgevoegde brief van Brabant Wonen.

Niet voor niets kent de gemeente een regeling die mogelijk maakt dat bewoners die aan de criteria voldoen, ontheffing kunnen krijgen van deze gemeentelijke belastingen. De nieuwe situatie maakt het onmogelijk voor bewoners die materieel in aanmerking komen voor ontheffing, deze ook werkelijk te verkrijgen. Dit is voor mij dan ook aanleiding u de volgende vragen te stellen:

1.    Bent u, met GroenLinks, van mening dat bewoners die volgens het beleid in aanmerking komen voor ontheffing van gemeentelijke belastingen, deze in de praktijk ook toegekend moeten kunnen krijgen?

2.    Welke mogelijkheden bestaan er op dit moment in deze nieuwe situatie voor bewoner om direct of indirect ontheven te worden van gemeentelijke belastingen, er vanuit gaande dat voldaan wordt aan de criteria om beroep te doen op ontheffing?

3.    Mits de mogelijkheden die u noemt bij vraag 2 in praktische zin niet of onvoldoende toereikend zijn voor bewoners om ontheffing te kunnen aanvragen, bent u dan bereid spoedig de regeling en systematiek van ontheffing van gemeentelijke belastingen dusdanig te wijzigen dat dit wel mogelijk wordt?

4.    In het geval dat de mogelijkheden, die u bij vraag 2 noemt, om ontheffing aan te vragen wel toereikend zijn voor bewoners om ontheffing aan te vragen en dit toegekend te krijgen, ben u dan bereid spoedig over deze mogelijkheden richting bewoners en studenten te communiceren? 

Namens de fractie van GroenLinks,

Ufuk Kâhya