In de extra raadsvergadering van 29 augustus zou gedebatteerd worden over de Bartenbrug. Al voor deze vergadering van start ging was duidelijk geworden dat de coalitiepartijen het vertrouwen in Wethouder Ruud Schouten hadden opgezegd. Ruud kon weinig anders dan aftreden. Bij aanvang van de raadsvergadering legde hij de volgende verklaring af:
Dames en heren,
Laat ik bij het eind beginnen: natuurlijk treed ik vanavond af als wethouder van de stad Den Bosch. Ik treed af omdat er sprake is van het ontbreken van steun in deze raad.
Eigenlijk zou ik nu met deze verklaring kunnen stoppen, en kunnen gaan. Dat is makkelijkste weg voor mij en voor u.
Maar dat ga ik niet doen.
Ik vraag u respectvol te luisteren naar wat ik te zeggen heb.
Te luisteren naar het werkelijke verhaal achter de beelden, waarop u uw eindoordeel al hebben gevormd. Ik zal u de feitelijkheden geven. De feitelijkheden die in mijn oordeel zullen laten zien dat uw eindoordeel een onjuiste is.
Ik was graag bereid geweest met u hierover te debatteren in alle openheid, maar dan wel met een open houding en met gelijke kansen en posities. U zult het vast met me eens zijn dat dat nu niet meer het geval is.
Voorzitter,
Ik heb in dit proces steeds de verantwoordelijkheid genomen. Dat heb ik gedaan ten aanzien van het verre verleden en dat heb ik gedaan ten aanzien van het recente verleden. Verantwoordelijkheid nemen is niet weglopen, niet loslaten of aftreden. Verantwoordelijkheid nemen is optreden. Optreden ten behoeve van de stad, de bewoners en de bedrijven.
Ik wind er geen doekjes om. Toen ik hoorde dat er weer vraagstukken speelde in dit dossier ben ik erg gefrustreerd geraakt en enorm boos geworden. Al wist ik in het begin niet eens op wie of wat. Het simpele gegeven dat er weer gedoe was, was genoeg omdat het weer extra gedoe voor de stad en met name voor de bewoners en bedrijven zou kunnen gaan betekenen.
De Bartenbrug staat bekend als een hoofdpijndossier. Ik zal u eerlijk zeggen dat ook ik veel liever had gehad dat wij in 2005 een andere keuze hadden gemaakt. 2005: dat betekent om een halsstarrig beeld maar eens te corrigeren, dat dit niet onder wethouder Eigeman, maar onder een van zijn voorgangers met deze portefeuille is besloten.
Ik zou willen dat we niet hadden gekozen voor deze brug;
Ik zou willen dat we voor een ander ontwerp hadden gekozen;
Ik zou willen dat we voor een andere aannemer hadden gekozen
Maar, dat hebben we allemaal wel gedaan, we hebben we met de realiteit van het heden te doen. De gemaakte keuzes, met alles wat daar bij hoort, heb ik er bij mijn aantreden gratis bij gekregen. Ik klaag daar niet over, ik heb daar bestuurlijk verantwoordelijkheid voor gepakt en gedragen, maar daar heb ik, en u na vandaag nog steeds, wel mee te maken gehad !!
Laat ik het zo zeggen: in dit dossier heb ik steeds al het mogelijke gedaan wat ik bestuurlijk kon doen, ik heb naar de gemeenteraad steeds gedaan wat ik moest doen, maar ik kon niet altijd doen wat ik wilde doen. Ik kom daar later op terug.
Dit aftreden is op gang gebracht naar aanleiding van vragen over de voortgang van het project. Het beeld en ik heb dat meerdere malen gehoord en gelezen is dat er nauwelijks gewerkt wordt op de locatie Bartenbrug.
Dames en heren, het bouwproces op locatie ligt gewoon op schema. Het beeld klopt niet met de feiten. De conclusie dat er niets gebeurd is een onjuiste. Funderingspalen, bekisting, koelleidingen zijn aangebracht en vandaag is beton gestort. Er is wel sprake van vertraging, zoals u is gemeld, maar dat is in de voorbereiding van resterende werkzaamheden. Werkzaamheden aan de stalen brugdelen vinden elders plaats.
Ik had u vandaag graag concreet en definitief gemeld waar dit toe zal leiden. Maar de wedstrijd, om een voetbalmetafoor te gebruiken, is nog niet afgelopen en dus is de einduitslag nog niet bekend.
Als in de krant data en bedragen worden genoemd dan wil dat nog niet zeggen dat dat de einduitslag zal zijn, dat dat feiten zijn. Ik werk met feiten, niet met beelden. Deze wethouder voert de opdracht van de raad uit om álles in het werk te stellen om onze eigen kaders te handhaven.
Dat is inderdaad moeilijk gebleken. De gemeente is in vol overleg met de bouwonderneming. Dan ben je logischerwijs terughoudend in het uitspreken van oordelen over de bouwer. Toch ligt ik hier nu een tip van de sluier op.
In juni 2012 is tussen B5gemeenten, provincie en Bouwend Nederland een fair play convenant afgesloten. Een convenant waarin woorden als transparantie, betrouwbaarheid, maatschappelijke verantwoordelijkheid, redelijkheid en billijkheid van bouwers mag worden verwacht. En laat ik het u eerlijk zeggen. Dat is bepaald niet wat ik persoonlijk -en ook de ambtelijke ondersteuning niet- aantref bij deze ondernemer.
BAM heeft vorige week aangekondigd 500 man te moeten ontslaan. In datzelfde bericht werd gesteld dat BAM steeds de marges moet uitonderhandelen. En dat doen ze ook hier bij ons, rond de Bartenbrug. BAM zoekt alle gaten, ook als ze er niet zijn. Ik heb in een persoonlijk gesprek, dat ik samen met Geert Snijders heb gevoerd, met de directie geen samenwerking maar tegenwerking ervaren.
Het is mij en mijn adviseurs duidelijk dat deze aannemer alles opzoekt om meerwerk te genereren, en is daarbij bereid processen te traineren.
Dit legt de druk vanwege het tijdsaspect en de financiën bij de gemeente, c.q. bij de verantwoordelijk wethouder. Mensen die al tientallen jaren met dit soort projecten van doen hebben, geven aan dit nog nooit in onze stad te hebben meegemaakt. En ik geloof ze..
Let wel: Ik verschuil me niet achter de BAM dames en heren, maar ik heb niet voor BAM gekozen. We zullen als samenleving moeten wennen als een type aannemer dat liever met juristen dan met bouwers werkt.
Maar ik kan er niets anders van maken dan dit. En: we hebben er mee van doen. Ook degene die dossier zal overnemen.
Maar ik zeg u: deze werkwijze van een aannemer was voor deze wethouder niet acceptabel. We moeten ons, en ik zeg het populair, geen poot laten uitdraaien en ons niet laten piepelen. We hebben het hier wel over geld van de belastingbetaler. Die lijn is keihard gehanteerd.
Dan over de inhoud:
Er is gedoe over een vaststellingsovereenkomst. De vaststellingsovereenkomst is overigens nog in goed overleg met de aannemer opgesteld. Geheel in de geest van het fair-play-convenant. Onze juristen en inhoudelijk adviseurs (waaronder de Grontmij) hebben hier nadrukkelijk naar gekeken. De kwalificatie daarover van een externe deskundige is dat dit een verstandig keuze is geweest. Het was een logische vervolgstap op het verleden. De vaststellingsovereenkomst is een afsluiting van het verleden en een afspraak voor de vervolgwerkzaamheden.
Duidelijk was, en dat heeft u kunnen lezen, dat er nog werkzaamheden waren waarover geen uitsluitsel was. Die zijn benoemd. Altijd, op elke bouw, zelfs die van een badkamer, is er meerwerk, minderwerk of ander werk en daar is rekening mee gehouden.
De in de vermaledijde paragraaf 5.6 genoemde, nog niet geheel bekende, werkzaamheden zijn ingeschat op een bedrag, en daar is in het budget rekening mee gehouden. Dat is dus bepaald geen open eind.
Laat ik u vragen:
Heeft u het contract van Heymans met de gemeente over de parkeergarage? Nee, dat is uitvoering. U heeft eerder vastgesteld wat u wilt, het budget en een tijdspad.
Voorzitter, de afspraken in de vaststellingsovereenkomst over meerwerk en de wijze van financieren hiervan zijn niet anders dan gangbaar tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. Gezien de afspraken die gemaakt zijn en de ruimte die wij als onvoorziene kosten hebben ingeschat, was, van iedereen die hierbij betrokken was, het oordeel dat dit ruim genoeg zou moeten zijn. De passage in 5.6. was dus wel degelijk ingeschat.
Het college, en ik ben daarin voorop gegaan, gaat dus niet mee met de opstelling van BAM. Wij houden ons strak aan de kaders die zijn aangegeven. Het is uitermate teleurstellend dat het zo loopt omdat de vaststellingsovereenkomst zodanig is opgesteld dat de verwachting, zeker met het fair play convenant in de hand, echt gerechtvaardigd was dat dit niet zou gebeuren.
Ik zeg er nu in alle duidelijkheid bij: het was een lastig dossier in het verleden en het leek in de samenwerking en de afspraken dat dat station gepasseerd was. We moeten nu gewoon vaststellen dat niet uit te sluiten is dat BAM het gedrag dat ze de afgelopen periode heeft vertoond -en wat ik zojuist heb omschreven- tot het eind blijft volhouden. En mijn reactie daarop is altijd geweest: nee, daar doen we niet aan mee.
Voorzitter, gemeenteraad:
Ik verschuil me nergens achter, ik heb de bestuurlijke verantwoordelijkheid genomen en ook helemaal. Ik heb steeds gedaan wat ik moest doen, ik heb al het mogelijke gedaan wat ik bestuurlijk kon doen, en ik kon, zult u inmiddels begrijpen, niet altijd doen wat ik wilde doen.
Er is niets wezenlijk veranderd sinds het vorige interpellatiedebat.
Ik heb mezelf al voor de vakantie twee grenzen gesteld.
Ik ga niet naar de raad om sorry te zeggen
en ik ga niet naar de raad om meer geld te vragen.
Dat zijn voor mijn redenen om mijn ontslag aan te bieden.
Sorry zeggen zou betekenen dat het college of het ambtenarenapparaat in dit proces fouten zou hebben gemaakt. Daar wilde ik geen verantwoordelijkheid voor nemen. In mijn huidige oordeel, gesteund door externen, is hiervan op dit moment geen sprake.
Geld vragen aan de raad, ook als dat door de tegenwerking van de bouwer zou komen, zou betekenen dat de keiharde lijn van binnen het budget blijven door mij niet waargemaakt zou zijn.
Ik ben u niet om geld ben komen vragen, daar is geen aanleiding voor geweest, ondanks het beeld dat is opgeroepen.
Ik zeg u dat het nog steeds niet uitgesloten is dan er binnen het budget gebleven kan worden. Daar wordt keihard aan gewerkt. Dat er nu een nieuwe situatie ontstaat, doet mij overigens wel vrezen. Mijn aftreden gaat het bouwproces niet versnellen, en het maakt het bepaald ook niet goedkoper. Integendeel.
Twee redenen had ik voor mezelf om af te treden. Inhoudelijke redenen.
Voor mij dus geen reden om te gaan. Maar u heeft mij een derde gegeven.
Zonder vertrouwen ga ik niet verder.
En dat staat los van mijn mening dat ik het onterecht vind dat u deze uitspraken heeft gedaan voordat u mij heeft aangehoord. Ik ben ervan overtuigd dat het college juist steun verdient in de gekozen opstelling in dit proces. Ik vraag u hen die vanaf nu te geven. Ik dank iedereen, vooral mijn collega’s en de ambtelijke ondersteuning maar vooral wens ik iedereen wijsheid ten behoeve van de mensen in onze stad.
Voorzitter, ik geloof in open politiek. Ik geloof dat we op argumenten en niet met beelden het beleid van onze stad moeten vormen of mensen moeten be- of veroordelen. Ik vind het jammer dat het zo loopt. Ik ben een gedreven iemand die zich met hart en ziel heeft ingezet voor de wezenlijke, inhoudelijke thema’s als onderwijs, jeugdzorg of duurzaamheid. Ik ben trots op de resultaten die behaald zijn en de bewegingen die in gang zijn gezet. Ik ga met een rechte rug deze zaal uit.
Ik zal u het pijnlijke moment van stemmen over een motie besparen.
Ik kan mezelf recht aankijken in de spiegel, ik hoop dat voor u allen hetzelfde geldt.