Er lijkt zich een meerderheid af te tekenen in de Bossche gemeenteraad om opnieuw een namaak historisch puthuis op de Markt te plaatsen. GroenLinks, de PvdA en D66 vinden dat een heel slecht idee. In een gastopinie in het Brabants Dagblad van 24 september betogen Lisette van der Swaluw (PvdA), Peter van Doremalen (GroenLinks) en Mattthijs van Miltenburg (D66) waarom zo'n put er niet moet komen.

Terugplaatsen puthuis is creatieve armoede!

Dat het puthuis van de Bossche markt is verdwenen, is een zegen.  Natuurlijk, het was een ideale plek om af te spreken of rond te hangen.  En misschien mist de markt zo’n plek.  Maar dat wil niet zeggen dat het puthuis moet worden terug gebouwd, zoals een aantal fracties in de gemeenteraad wil. Want het puthuis was ook het symbool  van behoudzucht en conservatisme. En dat dan nog met weinig respect voor de historie van de stad. Het bouwsel kwam namelijk niet in de buurt van wat ooit op de markt heeft gestaan. Het was een Efteling-achtige replica van de waterput die rond 1500 in de stad werd geplaatst. Als loepzuivere vervalsing deed het bouwsel bovendien afbreuk aan wat wel van oudheidkundige waarde is in de stad.

De zes fracties die het puthuis willen terugbouwen, stellen nu een ‘meer verantwoorde versie’ van het verleden te willen optuigen. Let wel: nog steeds gaat het hier om een nepversie  van wat er in de middeleeuwen was. Behalve het puthuis zou op de markt ook een Mariakapel terug gebouwd moeten worden.  Met alle respect voor ons religieus erfgoed: het terugbouwen van iets dat er ooit was, getuigt van een enorm gebrek aan fantasie. Alsof de tijd heeft stil gestaan sinds Den Bosch water haalde bij de put, het vervoer met paard en wagen ging en het Roomse leven in volle bloei was.

Het is een slecht idee om de stad altijd maar weer in het verleden te willen begraven. Den Bosch heeft een rijke historie. Die laten we volop zien en daar mogen we trots op zijn. Maar we leven ook in het hier in en nu. Wie altijd maar terug grijpt op het verleden, heeft weinig visie op het heden en op de toekomst van de stad. Als we echt iets nieuws willen bouwen, waarom niet een prachtig monument van deze tijd op de markt? Met  een keur aan creatieven op kunstzinnig, cultureel en architectonisch vlak, bruist het in Den Bosch van de hedendaagse ideeën. Den Bosch werd jarenlang de stad van mijn moeder genoemd.  Net nu de stad het juk van deze benaming  lijkt te hebben afgeworpen, komt een aantal fracties met het voorstel om Den Bosch nog verder terug te tillen in de tijd. Laten we ervoor waken dat Den Bosch ‘de stad van mijn oma ’ wordt en streven naar  ‘Den Bosch: de stad van de toekomst.’

De discussie over de Markt begon in de jaren negentig. Toen waren er in de gemeenteraad nog sprankelende gedachten over een levendig plein met bijvoorbeeld een moderne fontein geïnspireerd op de schilder Jeroen Bosch. De gemeenteraad toog in 1997 zelfs naar Parijs en nam een voorbeeld aan parken en pleinen die een gevoel van vooruitgang oproepen, zoals het Parc André Citroën en Parc Bercy. De destijds opgedane inspiratie is nooit in volle omvang vertaald naar de Bossche Markt.  Maar zonder het verleden te verloochenen is de glasplaat wel meer een teken van deze tijd:  transparant en modern met een blik op het (echte!)  verleden.

In Den Bosch zijn meer  voorbeelden van een krachtige verbinding tussen toen en nu. Juist dat is, wat de stad sterk maakt. De gemeenteraad zetelt in een prachtig voorbeeld:  het bestuurscentrum. Een architectonische hoogstand die laat zien dat historische en hedendaagse bouw prachtig met elkaar verknoopt kunnen  worden. En zo zijn er meer voorbeelden van hoe oud en nieuw hand in hand kunnen gaan en zelfs elkaar kunnen versterken.

Het is meer dan jammer en misschien ook een inschattingsfout dat de glasplaat op de put op de markt niet vandalisme proof is gebleken. En met het herstel van het afdeksel  kan niet snel genoeg worden begonnen.  Want wat er nu ligt, is absoluut ontsierend voor de stad.  Dat het opknappen en versterken  van de glasplaat geld kost, is helaas een feit. Maar dat is geen argument om dan maar een puthuis terug te bouwen. De keuze voor wat er wel en niet op de markt komt,  moet vooral gaan over inhoud en ambitie.  (Overigens koos de gemeenteraad nog maar een paar jaar geleden voor het afbreken van de put en het plaatsen van de plaat, om zo de restanten van de échte oude put te tonen.)

De markt is een prominente plek in de stad. Een plek die het verleden koestert.

Maar ons betreft ook een plek die ruimte biedt voor een opgewekte blik naar de toekomst.

Lisette van der Swaluw , raadslid PvdA

Matthijs van Miltenburg, raadslid D66

Peter van Doremalen, raadslid GroenLinks