Op 6 februari vindt in Hotel Central een discussie plaats over het evaluatierapport van de Commissie-Van Dijk, over de verkiezingsnederlaag van GroenLinks en wat daaraan vooraf ging. Naast de bijeenkomst de dag ervoor in Breda, is het een van de twee bijeenkomsten in Brabant.

Goed gesprek

In de Amadeirozaal, toepasselijk zo vlak voor Carnaval, gaan GroenLinksers uit Den Bosch en andere Brabantse plaatsen met elkaar in discussie, onder leiding van Arno Uijlenhoet, bestuurslid van de provinciale afdeling. Landelijk partijbestuurder Bart de Leede is aanwezig om het gesprek aan te gaan over de voorstellen van het interim-partijbestuur naar aanleiding van het rapport. De discussie verloopt in een goede sfeer. Met teleurstelling over wat er de afgelopen jaren allemaal misging, maar ook met hoop voor de toekomst.

Duidelijke koers

Dat we weer duidelijk Groen én Links moeten zijn, krijgt veel bijval. Evenals het uitgangspunt dat onze kernwaarden altijd boven eventuele regeringsdeelname moeten blijven staan. Op basis van die kernwaarden moeten we eenduidige thema’s kiezen en daar een heldere communicatiestrategie bij ontwikkelen.

Meer professionaliteit

Een vraag die sterk leeft, is hoe het zover kon komen en waarom er niemand heeft ingegrepen. Voorkomen de nieuwe voorstellen dat er in de toekomst weer zoiets gebeurt? Een te complexe structuur en een gebrek aan professionaliteit lijken belangrijke oorzaken. Dat is deels te ondervangen met vereenvoudigde regels en procedures, maar het vraagt ook om een cultuuromslag.

Brede beweging

Uit de discussie komt naar voren, dat we beter aansluiting moeten vinden bij burgers en organisaties die op allerlei manieren zelf aan de slag gaan met duurzaamheid en sociale samenhang. Die hebben vaak een afkeer van politiek, maar GroenLinks moet voor hen toch een natuurlijke partner worden.
De partij moet meer onderdeel van een brede beweging worden, met een grotere kweekvijver voor nieuw talent. Provinciale en lokale afdelingen spelen daarbij een belangrijke rol.

Naar buiten

Hoewel er begrip voor is dat we in deze fase vooral over onszelf praten, leeft duidelijk de wens om ons na het Congres meer op de buitenwereld te richten. Na al dat gepraat wordt het weer tijd voor actie. Daarbij moeten de leden meer ‘uit de kast komen’ als GroenLinksers en trots hun idealen uitdragen. We moeten uitstralen dat we een leuke club zijn, waar mensen bij willen horen.