Donderdag 29 augustus trad GroenLinks wethouder Ruud Schouten af. Dit omdat hij niet langer het vertrouwen had van de raad in het dossier Bartenbrug. Zoals bekend lag de wethouder al eerder onder vuur naar aanleiding van problemen met stagnerende bouw en kostenoverschrijdingen van deze brug. Naar aanleiding van recente problemen vroeg de oppositie opnieuw een interpellatiedebat aan. Helaas kon de fractie van GroenLinks in aanloop van dit debat niet anders constateren dan dat de positie van de wethouder onhoudbaar was.

Voordat we dat besloten heeft onze fractie  diverse keren indringend gesproken met Ruud en onze coalitiepartners. Ruud vroeg daarin onvoorwaardelijke steun zonder op de inhoud en zijn eigen verantwoordelijkheid in te gaan. Daaruit trok onze fractie de conclusie dat 1. de feiten uit het dossier en 2. de verdwijnende steun bij de coalitiepartners, de positie van Ruud onhoudbaar maakten.  Deze vaststelling  is de dag voor het debat met hem en daarna met de coalitiepartners gedeeld. De coalitie was unaniem dezelfde mening toegedaan.

Anderhalf uur na dit overleg verscheen dit bericht op de website van het Brabant Dagblad. Dit lek gaf een ongewenste nieuwe dynamiek. Ruud kon op dat moment niets anders doen dan voorafgaand aan de raadsvergadering zijn positie opgeven. Hij heeft dat gedaan met een uitgebreide verklaring over het dossier en zijn handelen hierin. Een discussie over de politieke verantwoordelijkheid in de raad was niet meer mogelijk. De interpellatievragen van de oppositie komen in de raadsvergadering van 10 september aan de orde.

Namens onze fractie heeft fractievoorzitter Peter van Doremalen in de raadsvergadering onderstaande verklaring uitgesproken.

"Vier maanden na het interpellatiedebat in april van dit jaar spreekt de raad opnieuw over de Bartenbrug. Terecht zijn er door de oppositie een aantal indringende vragen gesteld: wanneer is de brug af, wat gaat het kosten, heeft het college de goede dingen gedaan en de raad daarover goed geïnformeerd.

Tot onze spijt moeten ik aan het slot van mijn betoog constateren dat deze wethouder niet langer de steun heeft van mijn fractie; gisteren hebben wij hem dat persoonlijk medegedeeld.

Het college heeft in april een brief gestuurd aan de raad waarin staat dat de bouw in mei weer wordt gestart en ijs en weder dienende de brug in december weer open zal gaan.  En dat daarvoor een extra  bedrag van € 950.000 euro nodig was. Naast een fors bedrag € 421.000 voor juridische en technische bijstand.

Met dat debat van april werd het verleden afgerond. Dat was een pijnlijk verleden. Een giftig dossier, waarin het echte gif - een foute berekening - diep was weggestopt – en binnen de langjarige ambtelijke voorbereiding fout op fout was gestapeld. Onze fractie was en is van mening dat de wethouder op dat moment alle steun verdiende. Sinds zijn aantreden had hij dit buitengewoon lastige dossier met overtuiging aangepakt, en een buitengewoon openhartig rapport naar de raad gestuurd. Hij heeft toen ook heldere toezeggingen gedaan over de oplevertermijn en  nog te maken kosten.

Ondanks de heldere toezeggingen in april blijken er opnieuw problemen te zijn. In zijn brief van 15 augustus schrijft het college dat er opnieuw ‘knelpunten’ zijn. Later blijkt dat de knelpunten al zes weken na herstart zijn gesignaleerd en na 2,5 maand praten tot op dit moment niet zijn opgelost. Er is geen duidelijkheid over de uiteindelijke openstelling, er is mogelijk extra budget nodig en het roept de vraag op welke problemen nog meer kunnen optreden. Dit is in het licht van de voorgeschiedenis en de gedane toezeggingen moeilijk te accepteren. Hoe langer het duurt hoe meer de geloofwaardigheid van het college in het geding is.
 
Hoe heeft dit kunnen gebeuren?
 
Onze fractie heeft de gang van zaken sinds het debat van april jl. bestudeerd. Uit de vaststellingsovereenkomst tussen de gemeente ’s-Hertogenbosch en BAM-civiel blijkt dat op het moment dat deze wordt afgesloten: 1. de tekeningen nog niet compleet zijn en 2. voor een aantal werkzaamheden de kosten nog niet zijn overeengekomen
 
In de vaststellingsovereenkomst zitten dus risico’s. Het lijkt er op dat de aanbevelingen uit de projectevaluatie Bartenbrug niet zijn opgevolgd; opnieuw worden onder tijdsdruk risico’s genomen. Waarover de raad niet wordt ingelicht. En waarvoor onze wethouder de volle verantwoordelijkheid draagt.
 
Concluderend: De gekozen aanpak blijkt onvoldoende om de gerezen problemen op te lossen en in het licht van de conclusies van de projectevaluatie was deze wellicht zelfs onverstandig. Daarmee loopt de wethouder het risico dat de gedane beloften niet kunnen worden nagekomen en is zijn vermogen de gerezen problemen juist aan te pakken in het geding.  Naar onze mening is dit de situatie waarin wij ons nu bevinden en moet de wethouder hiervoor de politieke verantwoordelijkheid nemen.
 
Ik heb daarom helaas onze wethouder gistermiddag moeten meedelen dat naar het oordeel van de unanieme fractie zijn positie onhoudbaar is geworden. Een oordeel dat naar gisteravond bleek door voltallige coalitie wordt gedeeld.
 
Verliezer in dit alles zijn de inwoners van ‘s-Hertogenbosch naar wie alle partijen verantwoordelijkheid dragen om de Bartenbrug te bouwen.
 
Ik wil niet afsluiten zonder te wijzen op de staat van dienst die Ruud heeft opgebouwd in de jaren dat hij politiek actief is geweest. Met hart en ziel betrokken bij de politiek en Den Bosch. Ruud heeft als wethouder veel bereikt voor het VMBO, de jeugd, duurzame energie, de natuur. Daarvoor zijn wij Ruud dankbaar."