De komende jaren gaat er veel veranderen in de zorg en jeugdhulpverlening. Zorg en hulp moeten beter en veel goedkoper. En dat kan de gemeente beter dan het rijk, is het idee, die ziet wat er plaatselijk echt nodig is. Gemeenten krijgen er straks zo veel taken bij. In alle gemeenteraden worden nu plannen gemaakt om die zorg en hulp lokaal goed te regelen.
In Den Bosch besluit de gemeenteraad eind deze maand over het zogenaamde Tactisch kader Jeugdwet/Wmo. Dat is geen gemakkelijke opgave, want veel is nog onduidelijk: hoe de wetten er straks precies gaan uitzien bijvoorbeeld, of hoeveel geld elke gemeente straks krijgt. Dat er fors bezuinigd wordt staat natuurlijk al wel vast.

De komende jaren verandert er veel in de zorg en jeugdhulpverlening. Veel taken die rijk en provincie nu uitvoeren  worden dan de verantwoordelijkheid van de gemeente. Nu zorgt de gemeente al voor huishoudelijke hulp en hulpmiddelen als een scootmobiel, straks ook voor de begeleiding van Bosschenaren met een matige of zwaardere beperking  en hun dagbesteding.  Nu biedt de gemeente al opvoedondersteuning, straks wordt zij bijvoorbeeld ook verantwoordelijk  voor  jongeren met een (lichte) verstandelijke beperking en voor de pleegzorg.


Regelen
waar bewoners die hulp of zorg nodig hebben terecht kunnen.  Afspraken maken met zorginstellingen welke zorg die straks gaan leveren en voor welke prijs.  Kijken of mensen zelf de zorg die ze nodig hebben kunnen gaan inkopen met een Persoonsgebonden Budget (PGB). Op welke gebieden de gemeente Den Bosch kan of moet samenwerken met andere gemeenten uit de buurt. Op welke manier straks de kwaliteit te controleren van hulp en zorg die ingekocht is. En op welke manier de Bosschenaren en hun cliëntorganisaties mee kunnen praten. Hoe vrijwilligers en mantelzorgers ondersteund kunnen worden. Dat en meer moet nu goed geregeld worden.


GroenLinks
wil zorg dichtbij die aansluit bij de behoeften van  gebruikers,  dus niet  per se  de  zorg die organisaties en instellingen al van oudsher in de aanbieding hebben, waardoor veel mensen niet krijgen wat zij nodig hebben  of waardoor er soms meer dan tien hulpverleners over de vloer komen. Mensen met een beperking moeten zo veel mogelijk zelf kunnen bepalen hoe ze hun leven willen inrichten, en daarvoor is een Persoongebonden Budget vaak  noodzakelijk. Dankzij een PGB kunnen veel mensen zelfstandig blijven wonen en hun eigen inkomen verdienen. Als de overheid wil dat mensen langer thuis blijven wonen moeten huizen geschikt zijn, vrijwillige of professionele hulp in de huishouding voorhanden, behoort een wijkverpleegster regelmatig langs te komen,  de mantelzorger gesteund worden en moet er een mogelijkheid bestaan om desgewenst ook eens op een gemakkelijke manier dat huis uit te komen om het gezelschap van anderen te zoeken.


Tot slot
Onlangs constateerde de Vereniging van Nederlandse Gemeenten  (VNG) dat het rijk wel graag de taken overdraagt maar liever niet de controle verliest. Dat is natuurlijk net waar we niet op zitten te wachten: wel de verantwoordelijkheid, maar niet de mogelijkheid om lokaal zaken op een nieuwe manier beter te regelen, samen met aanbieders, jongeren en hun ouders. Dat wordt gezien de slinkende budgetten al moeilijk genoeg zonder dat het Rijk zich het recht voorbehoudt telkens te kunnen ingrijpen of met nieuwe regels te komen.


GroenLinks verwacht van de wethouders dat zij samen met de VNG zich tegen zo'n ontwikkeling scherp blijven verzetten. De veranderingen in zorg en jeugdhulpverlening zijn in de eerste plaats nodig om de burger van betere zorg te kunnen voorzien, lokaal en op maat georganiseerd, dicht bij de burger, die daardoor zoveel mogelijk zijn of haar leven kan blijven leiden. Dat kan wat GroenLinks betreft niet met een Rijksoverheid die eigenlijk niet van plan is daarvoor te betalen, maar wel wil blijven bepalen.